In de jaren 80 begon Wally Cochran van de Australische Hulphonden Vereniging met het ontwikkelen van een allergievriendelijke hulphond. Dit om hulpbehoevende mensen die een allergie hadden toch een hulphond aan te kunnen bieden.

Er werd een fokprogramma ontwikkeld waarbij een standaard poedel gekruist werd met een labrador. De poedel koos men voor zijn intelligentie en vacht die makkelijk te onderhouden was, de labrador werd gebruikt voor zijn ‘will-to-please’.

De Australian Labradoodle is heel anders dan zomaar een kruising tussen een labrador en een poedel. Er is ruim 25 jaar selectie op vacht en karakter aan vooraf gegaan door deskundigen. Een pure bred Australian Labradoodle (pure AL) heeft minstens 7 generaties nodig!

De Australian Labradoodle heeft een groot voordeel: hij heeft een niet verharende vacht en is 98% allergie-vrij. Ook heeft deze vacht geen typische hondengeur.

De labradoodle vacht bestaat uit:

De wolvacht: deze vacht is dik en dicht, lijkt op de vacht van een poedel maar is iets losser en krullend.

De fleecevacht: curly fleece en wavy fleece.

Er zijn vele kleuren mogelijk.

De labradoodle  heeft men in drie verschillende maten:

Miniatuur: 35 – 42 cm Gewicht : 7 – 13 kg

Medium: 43 – 52 cm Gewicht : 14 – 23 kg

Standaard: 53 – 63 cm Gewicht : 24 – 35 kg

Labradoodles zijn aanhankelijk, eerlijk, energiek, vrolijk en dol op kinderen.

Het is een echte sociale familiehond met een heel fijngevoelig en intelligent karakter.